De vaart erin houden
Ze zijn eigenlijk op zoek naar een frietje op deze winderige zaterdag, maar een kopje koffie is ook welkom in de Kings Coach. En met een goed gesprek daarbij smaakt de koffie extra lekker.
Ja, ze komen hier vaker, maar dan met hun schip.
‘We hebben zo onze vaste plekjes met de binnenvaart. Maandag kunnen we hier laden en dan brengen we de vracht weer weg.’ De schipper vertelt enthousiast aan zijn nieuwsgierige publiek. De bus zit al aardig vol met medewerkers van de Huiskamer en gemeenteleden van verschillende kerken.
‘Je bent afhankelijk van vraag en aanbod. Je weet nooit of je een nieuwe opdracht krijgt hè. We kunnen ook geen echte plannen maken want waar lig je over een week? Maar dat vinden we juist wel mooi, toch?’ Hij lacht naar zijn vrouw en ze knikt bevestigend.
‘Dus u geniet van het schippersleven?’ vraag ik haar.
De vrouw die een tijd lang rustig naast haar man heeft gezeten, knikt weer. Maar dan verandert er iets in haar ogen. ‘Het valt natuurlijk niet altijd mee. De kinderen moesten naar het internaat. Je houdt ze natuurlijk liever bij je.
‘Maar ze vonden het nooit een probleem.’ voegt haar man er haastig aan toe. ‘Het zijn goede kinderen geworden.’
‘En als je ziek wordt is het ook niet makkelijk op een boot…’ zucht de vrouw.
‘Maar je moet door hè. Klagen helpt niet. Gewoon loslaten en de vaart erin houden.’ De man lijkt onverstoorbaar nuchter.
De vrouw kijkt haar echtgenoot afwachtend aan.
Dan breekt er iets in hem. ‘Ja, ik heb ook wel eens een potje zitten janken.. Toen jij die kanker kreeg…’ Zachtjes legt hij zijn hand op haar been.
‘We hoefden het toch niet alleen te dragen!’ Krachtdadig verheft de vrouw haar stem. ‘We kregen de kracht van boven! En jij hebt heel goed voor mij gezorgd.’
‘Ja, daar kreeg ik de kracht voor. Je hebt gelijk. En nu ben je zo goed als genezen. Alleen je benen willen nog niet zo.’
Glimlachend staart de vrouw uit het raam van de bus naar buiten. Op het plein lopen mensen haastig om de Kings Coach heen. Een oude vrouw leunt op haar stok en blijft aarzelend staan kijken.
‘Met mijn benen komt het wel goed. Of misschien ook niet. God hielp ons elke keer. Ook toen ons pasgeboren kindje na twee maanden dood ging. En Hij zal ons blijven helpen.
Mijn zus gelooft niet, weet je. Haar man is gestorven aan die nare ziekte. Waar moet zij naar toe met haar verdriet? Wij bidden elke dag voor elkaar en voor haar. Je moet het naar boven brengen.’
Dat doen we dan ook. We danken voor dit moedige schippersechtpaar dat door alle moeilijkheden heen de vaart erin heeft gehouden. We bidden voor een voorspoedig herstel van de vrouw. En voor een behouden vaart.
Dankbaar staan ze op. Nee, ze hoeven geen patatje meer. Hun hart is gevuld is met de vrede van God.